Van harte welkom

Van harte welkom op mijn gedichtenblog.
U mag de gedichten ongewijzigd gebruiken met vermelding van mijn naam.
Voor het verzorgen van een lezing met voordrachten of een workshop kunt u contact opnemen via cobytjeert@live.nl
Er is ook een volledig programma voor Kerst en Pasen met eigen geschreven gedichten en een verhaal.
Mijn boeken zijn verkrijgbaar via mijn mailadres en te leen in de bibliotheek.
Er is ook nog een interview te beluisteren van enkele jaren geleden. https://soundcloud.com/user-671424345/interview-coby-poelman-duisterwinkel-10-07-2017

vrijdag 16 november 2018

Trouwringen



De ringen van trouw
op deze huwelijksdag
als symboliek gegeven
zijn als de jaarringen
van jullie levensboom
geworteld in Gods liefde
met elkaar verweven.

Zolang de trouw
door liefde wordt gevoed
is jullie levensboom gezond
en groeit hij goed.

De ringen van Gods trouw,
die jullie jaarringen omgeven
vormen draagkracht
voor de mooiste vruchten
van het huwelijksleven.

Coby Poelman - Duisterwinkel


Uit de bundel 'Verrassend uitzicht'


In het Gronings


Traauwringen

De ringen van traauw
as symboliek
op dizze traauwdag geven
bennen as de joarringen
van  joen levensboom
worreld ien Gods laaifde
met mekoar verweven.

Zolaang de traauw
deur laaifde voud wordt
is joen levensboom gezond
en gruit er goud.

De ringen van Gods traauw
dai joen joarringen omgeven
vörmen droagkracht
veur de mooiste vruchten
van joen huwleksleven.


Coby Poelman - Duisterwinkel

zondag 11 november 2018

Mien suntmetinus



“Woar is mien suntmetinus moeke.”
“Op t klaine zollertje, vot om t houkje achter de holten kovver.
Denk om de leste tree, traproeden goan aal lös. Pa mot er neudeg es noar kieken.”
Ik ben al boven. Deur van zoller kroakt.
Der schient n miezereg stroaltje zunlicht deur t roamke aan Wegters kaant.
Keulse potten stoan op n rieg noast n blomtoaveltje met kringen ien t blad.
Au, as k mien suntmetinus pakken wil steut ik mien kop. Weer nait om balken docht.
k Heb hom.
Met suntmetinus ien haand stroekel ik over de leste tree, veur mie nou de eerste, met de lösse traproede. Doar kleddert hai al noar beneden. Ik ken mie nog net vastgriepen aan leuning.
Moeke staait al onder aan trap. “Wat heb ik nou zegd. Gelukkeg is t goud oflopen.”
“Zitten der gain deuken ien mien suntmetinus?”
t Is goud goan. Reinder het hom moakt van n old blik. Hai het er gatjes ien sloagen met n hoamer en n spieker. As keerske aan is schient ien t duuster n meulen en n kerk.
Der zit onderien t blik n stuk holt met n rondje der uutzoagd, doar ken t keerske ien.
Aan n iezerdroadje ken je hom vasthollen mor den krieg je wel verbraande handen.
Wie deden der den n stokje omhen. Zo kon je der met lopen as t 11 november was.
Twai doagen loater waren oma en mien zuster joareg.
Om dizze tied van t joar waren wie aaltied misselek van alle lekkers wat wie oplopen haren.
Doar kwamen den ook nog gebakjes overhen.

Suntmetinus staait nou bie mien schoonzus ien koamer veur de pronk.
As k hom stoan zai komt mien kiendertied weer boven.
k Huf der nait ains trap veur op.

Coby Poelman - Duisterwinkel


donderdag 1 november 2018

Zoveel lieve mensen in Groningen


In een lekker zonnetje fiets ik met stevig opgepompte banden in een lekker tempo naar de stad. Onderweg haal ik nog iets voor bij de koffie en een klein uurtje later notuleer ik op de vergadering. Na de vergadering fiets ik naar de bloedbank om voor de 36e keer bloed te geven. Omdat het middagpauze is eet ik nog even een banaan en op verzoek van de bloedbank nog een bolletje met kaas en een beker cup a soep. Na de donatie nog een kop thee met een gesuikerde koek. Denk erom hoor, de thee is kokend heet.  Ik doe rustig aan, heb alle tijd.
Als ik denk dat het verantwoord is vervolg ik mijn fietstocht om naar huis te gaan. In de Sint Jansstraat voelen mijn benen wat zwaar en als ik de hoek van de Martinikerk om ben en bij de bushaltes langs fiets begin ik me licht in het hoofd te voelen. Dus toch nog niet verantwoord om te gaan fietsen. Ik stap meteen maar af omdat ik aan voel komen dat ik een veilige plek moet zoeken. Op het trottoir leun ik op mijn fiets.  Mijn ongewone gedrag begint op te vallen. Een vrouw vraagt of het wel goed met me gaat. Als ik aangeef dat ik me duizelig voel wijst ze op een hekje bij het gemeentehuis. Ga daar even zitten anders. Ik doe wat ze zegt en dan gebeurt er opeens heel veel. Iemand zegt zullen we de beveiliger roepen? Een ander vraagt me mijn fiets los te laten. Twee sterke mannen ondersteunen mijn beide armen en schuiven een rolstoel onder me zodat ik kan gaan zitten.
Ik vraag naar mijn tas die in mijn fietstas zit. De vrouw geeft me die op mijn schoot, samen met mijn fietssleutels. Ze heeft overal al voor gezorgd. Ik word het gemeentehuis ingereden en iemand heeft 112 gebeld. O nee, asjeblieft, er hoeft geen ambulance komen, ik heb bloed gegeven, het komt zo wel weer goed. Ik zeg dat het altijd goed gegaan is met bloedgeven en dat het al de 36e keer was. Dat de weg helde en ik dus wat meer kracht moest zetten maar op tijd ben afgestapt omdat ik voelde aankomen dat het niet goed ging. De jonge man kijkt heel ernstig en vertelt in zijn mobiel dat ik het verhaal goed kan navertellen en dat er ook weer meer kleur op mijn wangen komt. De ambulance komt voorlopig niet tenzij toch nodig. Ik krijg een bekertje water en nog een.
Iemand zegt dat mijn ogen nu weer helder kijken en vraagt of ik van de rolstoel naar de bank kan lopen. Dat lukt. Op de bank krijg ik nog een kop koffie en voortdurend houdt men mij in de gaten. Vooral de beveiliger blijft continue in de buurt.
Dan komt hij naar me toe en zegt dat ik toch echt even buiten kennis geweest ben. Toen ik op dat hekje zat is mijn hoofd achterover tegen de muur gebotst en ik had niet gereageerd op een paar vragen. Mocht ik op die plek hoofdpijn krijgen dan weet ik waar het van komt. Dat heb ik inderdaad niet gemerkt. Ik blijf nog ongeveer een uur op het bankje zitten, bel mijn man en app onze kinderen en mijn zussen en iemand van de vergadering.
Ondertussen krijg ik van een vrouw een koekje en nog een kop koffie van de beveiliger. Ik zeg tegen hem dat ik naar de supermarkt om de hoek ga om wat mueslibolletjes te halen. Als ik een toilet zoek en er een vind die op slot is staat hij al weer achter me met de sleutel, de beveiliger, om me erin te laten. Als ik ga bedank ik hem voor de goede zorgen en wandel naar de supermarkt. Buiten eet ik mijn bolletjes op, pak de fiets en loop voor de zekerheid met de fiets aan de hand naar de bieb. Daar komt mijn man me halen en fietsen we samen naar huis.
Aan al die lieve mensen in de stad Groningen wil ik zeggen: Wat een schatten zijn jullie, heel hartelijk dank voor al jullie goede zorgen. Ik weet niet wie de vrouw is die mijn fiets op slot zette, ik weet niet wie de jongeman is die 112 belde, ik weet niet wie mij naast de beveiliger nog meer heeft ondersteund en in de rolstoel heeft gezet maar één ding weet ik wel, jullie hebben een hart van goud! En dat geldt ook voor al die lieve mensen op de bloedbank. Ik kom gewoon weer geven hoor, zal dan van te voren even iets meer eten en wat eerder.

Coby Poelman - Duisterwinkel, gebeurtenis rond 14.00 uur op 31 oktober 2018