Van harte welkom

Van harte welkom op mijn gedichtenblog.
U mag de gedichten ongewijzigd gebruiken met vermelding van mijn naam.
Voor het verzorgen van een lezing met voordrachten of een workshop kunt u contact opnemen via cobytjeert@live.nl
Er is ook een volledig programma voor Kerst en Pasen met eigen geschreven gedichten en een verhaal.
Mijn boeken zijn verkrijgbaar via mijn mailadres en te leen in de bibliotheek.
Er is ook nog een interview te beluisteren van enkele jaren geleden. https://soundcloud.com/user-671424345/interview-coby-poelman-duisterwinkel-10-07-2017

woensdag 30 december 2015

Preek ien de week



Hai zat bie t Lichtpunt
en wees noar mien tas.
‘Joe kennen wel op beroep preken’
zee er ien het Fries.

Ik docht over zien woorden noa
en keek ientussen verder.
n haalf uur loater
zat de man der nog.

Ik zee ‘Joe wollen een preek?
Welzalig is degeen
die handelt naar Zijn woord’.

Hai was tevree.

Coby Poelman - Duisterwinkel

vrijdag 4 december 2015

Salmiaklollie

We lopen in de stad,
de lucht betrekt,
mijn aandacht wordt gewekt
door een ronkend geluid.
Een fiets wordt op de stoep gegooid.
Kronkelend rukt
een jonge vrouw haar jasje uit,
gebaart en hapt naar lucht,
iemand klopt haar op de rug.

Ik zie hoe mijn man haar observeert,
hij spreekt haar rustig aan
terwijl hij achter haar gaat staan,
zijn handen omvatten haar,
gevolgd door een beheerst gebaar.

De lucht klaart op,
de vrouw begint te praten,
het poeder heeft "Heimlich"
de luchtpijp verlaten.
 
Coby Poelman-Duisterwinkel

Uit: "Granaatjes met een gouden slot" (2015 uitgever Noordboek)

Gebeurtenis in 2008 in de Ebbingestraat in Groningen voor "Het Gildehuis"

zaterdag 28 november 2015

Tut



‘Heb je dat boekje nog mam, van a is het aapje dat eet uit zijn poot?’
Sinds ze zelf moeder is interesseert ze zich voor alles wat leerzaam is voor haar kindje.
Oef, dan moet ik toch echt even zoeken.
‘Zal ik de laptop dan maar even overnemen’, vraagt manlief want dat gaat wel enkele uurtjes duren volgens hem.
Hij kent me al wel een beetje na 40 jaar huwelijk. Ik ga eerst op de kast af waar het oude speelgoed ligt. Dan een speurtocht in de inloopkast op de hoogste planken. Stofzuiger eruit, krukje erin, vanaf de kruk zie ik een zak.
Met mijn schat in de handen stap ik van het krukje af naar de kamer met meer licht.
Aaach, het loopkonijntje van onze dochter, die nam ze mee naar de winkel toen ze zo’n ukkie was, aan een touwtje achter haar aan. Later bond ze het aan de drager van haar fietsje om zo nu en dan af te stappen en het konijntje weer rechtop te zetten. Ik zie het weer voor me. Zo schattig.
Haar schoentjes van toen ze anderhalf was, nog helemaal gaaf, ze liep al met elf maanden; een houten rammelaar; twee kartonnen boekjes; het eerste knuffelbeertje, van mijn moeder gekregen; een door onze dochter geborduurde knuffel met de zelfde kleur haar als zij heeft en een pop van zachte roze flanel zonder lijf maar met een rond gehoofddoekt kopje,  twee geknoopte punten zijn de armen en de niet geknoopte punt is versierd met geborduurde bloemetjes, door mijn vriendin genaaid.
Het ABC boekje is er niet bij.
Weer terug naar de kast met oud speelgoed.
Kruk uit de inloopkast, stofzuiger er weer in, kruk voor de speelgoedkast, ligt daar nog een boekje tussen van dat formaat? Even trekken, yes! Hebbes.
Met alle baby/peuterherinneringen terug in de kamer probeer ik mijn laptop weer te bemachtigen om de skypevraag van dochterlief te beantwoorden.
Hij staat hem af voor deze belangrijke actie.
Als hij zich weer verdiept in zijn website klinkt het skypegeluidje van een nieuw bericht.
Ik maak een mooi stilleven van alle gevonden spulletjes en leg het op een foto vast.
Die stuur ik via de i-phone naar dochterlief. Opnieuw een aantal skypegeluidjes.
Mag ik nog even? Ik mag. ‘Oh echt?’ Ze is blijkbaar helemaal verrast dat ik het boekje nog heb.
En ook dolblij lees ik door de volgende berichtjes heen.
Tut en de kleine kartonboekjes zijn van haar broer, de rest is van haar.
Ik vraag me af wie of wat tut is maar manlief wil de laptop terug en ik mail haar via de i-phone wie of wat tut is. ‘O, dat is de pop zonder lijf.’ Of ik alles wat van haar is mee wil nemen bij ons eerstvolgende bezoek. Ik pak de kartonboekjes en tut, berg ze terug in de speelgoedkast en stop haar spullen in de zak. Tut, nooit van gehoord, het goeie woord schiet me opeens te binnen. Antroposofische pop. Wat een mond vol eigenlijk. Geen wonder dat ze hem tut is gaan noemen.

Coby Poelman - Duisterwinkel

donderdag 19 november 2015

De dominee

Ze preekte over Abraham,
toonde ons zijn houding,
reactie op
wat God beloofde,
zijn tegenwerpingen,
hij was al oud.

We zagen Abraham
in haar bespiegeling,
hoe moeilijk hij ’t geloofde.

Gods trouw verbond ons
door de eeuwen heen.

De Vader spreekt door deze dochter,
toonbeeld van Zijn belofte.


Coby Poelman - Duisterwinkel

Bij Genesis 17 : 15 - 22

zondag 15 november 2015

vrijdag 30 oktober 2015

Onzichtboar



Onze droeveplant is zo gruid, gain mens ken meer zain wat ons huusnummer is. Heulemoal verscholen achter t grode gewas.
Doar haar ik al es wat op vonnen, k haar n droi en n zeuven op de holten bloembak plakt dai op t muurtje der noast stait. Dat ging n pooske goud totdat ciefers deur zunlicht net zo’n kleur kregen as bloembak.
Toen  der weer aanbeld wer om te vroagen wat ons huusnummer was ben k mor es aan t zuiken goan en von ien kaast n kedoverpakken dai om n bos bloemen zeten haar.
k Heb t mooie gifgroene plestiekje om de bloembak op t muurtje pakt. Uut n stuk rooie folie heb ik n droi en n zeuven knipt en met plakband op t groene plestiek plakt.
k Haar t net kloar en ston der es noar te kieken dou postbode der aan fietsen kwam.
Ik legde heur uut woarom ik met alle verstand noar mien iengepakte bloembak ston te kieken.
Ze schoot ien lach, “Prachteg zee ze, hier wor ik nou vrolek van. Ik kiek aigenlek noeit noar huusnummers. k Goa gewoon alle doagen mien ronde doun, ik haar hom nog nait mist, mor dit vien ik ja zo mooi, hahaha” en doar fietste ze hen.
Nou ja, as mien nije huusnummer mensen zo blied moakt is t teminsten nait vergees west.

Coby Poelman - Duisterwinkel