
Ien t pikkeduuster
van de vis
zit t Jona dwaars
dat er bie hom
gain ruggegroat is.
Hai jonast as n foetus
en zien geleuf wordt groot.
Hai geft zich over,
vis begunt te spijen,
t is
of er vannijs
geboren is.
Hai dut
wat er doun mos
mor t kwoad komt bovendrieven.
Zun ken er nait verdroagen.
Hai heurt Gods vroagen,
komt d olle Jona weer tegen.
Van zo’n baarg laifde
wordt er met homzulf verlegen.
Ien t nij geboren licht
jonast Jona
veur Gods aangezicht.
Coby Poelman-Duisterwinkel.
Schreven veur de biebelvertoalslag van de Liudgerstichting.
Het jonassen van Jona
In het binnenste
van de vis
zit het Jona dwars
dat er bij hem
geen ruggengraat is.
Hij jonast als een foetus,
zijn geloof wordt groot.
Hij geeft zich over,
de vis
begint te spugen,
het is
of hij opnieuw
geboren is.
Hij doet
wat hij moest doen
maar het kwaad
komt bovendrijven,
de oude Jona
komt weer tussenbeide.
In het nieuw geboren licht
jonast Jona
voor Gods aangezicht.
Coby Poelman-Duisterwinkel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten