Als mijlen ver van huis
portieren vergrendeld,
sleutel in contact
we buiten staan,
in kille schemering
gehuld in zonnejurk
ik rillend bid om hulp
verschijnt de vreemdeling
met klein gereedschap
en een zachte zwachtel.
Zijn lichaamstaal
spreekt engelengeduld.
Bij ’t lichten van de maan
klinkt het bevrijdend
klikgeluid.
Met overlopend hart
zien we hem gaan.
Coby Poelman-Duisterwinkel
Uit de bundel "Geloofsvreugde"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten