Met tassen vol behang
in een lichtgele tint
fiets ik in de voorjaarszon
fluitend langs de Lindt,
ik ga de lente plakken.
Het oude is al afgeweekt,
de geur van stijfsel groet,
schroevendraaiend
komt het stopcontact
mij knarsend tegemoet.
Nog even peuteren
aan resten roze en grijs.
De kwast strijkt
wat wil rollen plat,
links komt op rechts,
inspanning kleurt mijn wangen.
De armen vol met lente,
mijn haar raakt het plafond.
Het zachte plofgeluid
laat het geweekte hangen,
al strijkend tover ik
mijn voorjaarsdroom.
Vanaf mijn hoge troon
zie ik mijn liefste komen
met elzenkatjes die hij
voor mij heeft geplukt.
Uitbundig mengt zich stuifmeel
met snippers plakkend geel
en vluchtig zweeft de lente
door de lucht.
Coby Poelman-Duisterwinkel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten