In een lekker zonnetje fiets ik met stevig opgepompte
banden in een lekker tempo naar de stad. Onderweg haal ik nog iets voor bij de
koffie en een klein uurtje later notuleer ik op de vergadering. Na de
vergadering fiets ik naar de bloedbank om voor de 36e keer bloed te
geven. Omdat het middagpauze is eet ik nog even een banaan en op verzoek van de
bloedbank nog een bolletje met kaas en een beker cup a soep. Na de donatie nog
een kop thee met een gesuikerde koek. Denk erom hoor, de thee is kokend heet. Ik doe rustig aan, heb alle tijd.
Als ik denk dat het verantwoord is vervolg ik mijn
fietstocht om naar huis te gaan. In de Sint Jansstraat voelen mijn benen wat
zwaar en als ik de hoek van de Martinikerk om ben en bij de bushaltes langs
fiets begin ik me licht in het hoofd te voelen. Dus toch nog niet verantwoord
om te gaan fietsen. Ik stap meteen maar af omdat ik aan voel komen dat ik een
veilige plek moet zoeken. Op het trottoir leun ik op mijn fiets. Mijn ongewone gedrag begint op te vallen. Een
vrouw vraagt of het wel goed met me gaat. Als ik aangeef dat ik me duizelig
voel wijst ze op een hekje bij het gemeentehuis. Ga daar even zitten anders. Ik
doe wat ze zegt en dan gebeurt er opeens heel veel. Iemand zegt zullen we de
beveiliger roepen? Een ander vraagt me mijn fiets los te laten. Twee sterke
mannen ondersteunen mijn beide armen en schuiven een rolstoel onder me zodat ik
kan gaan zitten.
Ik vraag naar mijn tas die in mijn fietstas zit. De vrouw
geeft me die op mijn schoot, samen met mijn fietssleutels. Ze heeft overal al
voor gezorgd. Ik word het gemeentehuis ingereden en iemand heeft 112 gebeld. O
nee, asjeblieft, er hoeft geen ambulance komen, ik heb bloed gegeven, het komt
zo wel weer goed. Ik zeg dat het altijd goed gegaan is met bloedgeven en dat
het al de 36e keer was. Dat de weg helde en ik dus wat meer kracht
moest zetten maar op tijd ben afgestapt omdat ik voelde aankomen dat het niet
goed ging. De jonge man kijkt heel ernstig en vertelt in zijn mobiel dat ik het
verhaal goed kan navertellen en dat er ook weer meer kleur op mijn wangen komt.
De ambulance komt voorlopig niet tenzij toch nodig. Ik krijg een bekertje water
en nog een.
Iemand zegt dat mijn ogen nu weer helder kijken en vraagt
of ik van de rolstoel naar de bank kan lopen. Dat lukt. Op de bank krijg ik nog
een kop koffie en voortdurend houdt men mij in de gaten. Vooral de beveiliger
blijft continue in de buurt.
Dan komt hij naar me toe en zegt dat ik toch echt even
buiten kennis geweest ben. Toen ik op dat hekje zat is mijn hoofd achterover
tegen de muur gebotst en ik had niet gereageerd op een paar vragen. Mocht ik op die plek hoofdpijn krijgen dan weet ik waar
het van komt. Dat heb ik inderdaad niet gemerkt. Ik blijf nog ongeveer een uur
op het bankje zitten, bel mijn man en app onze kinderen en mijn zussen en
iemand van de vergadering.
Ondertussen krijg ik van een vrouw een koekje en nog een
kop koffie van de beveiliger. Ik zeg tegen hem dat ik naar de supermarkt om de
hoek ga om wat mueslibolletjes te halen. Als ik een toilet zoek en er een vind
die op slot is staat hij al weer achter me met de sleutel, de beveiliger, om me
erin te laten. Als ik ga bedank ik hem voor de goede zorgen en wandel naar de
supermarkt. Buiten eet ik mijn bolletjes op, pak de fiets en loop voor de
zekerheid met de fiets aan de hand naar de bieb. Daar komt mijn man me halen en
fietsen we samen naar huis.
Aan al die lieve mensen in de stad Groningen wil ik
zeggen: Wat een schatten zijn jullie, heel hartelijk dank voor al jullie goede
zorgen. Ik weet niet wie de vrouw is die mijn fiets op slot zette, ik weet niet
wie de jongeman is die 112 belde, ik weet niet wie mij naast de beveiliger nog
meer heeft ondersteund en in de rolstoel heeft gezet maar één ding weet ik wel,
jullie hebben een hart van goud! En dat geldt ook voor al die lieve mensen op
de bloedbank. Ik kom gewoon weer geven hoor, zal dan van te voren even iets
meer eten en wat eerder.
Coby Poelman - Duisterwinkel, gebeurtenis rond 14.00 uur op 31 oktober 2018
Oh joh, en je hebt dit nooit eerder zo gehad? Wat fijn dat ze zo om je heen stonden en je in de gaten hielden.
BeantwoordenVerwijderenWel eens wat licht in het hoofd maar nooit buiten kennis na bloed geven. Het was inderdaad geweldig zoals ze me hebben opgevangen. Alle lof!
Verwijderen