Op de vergeelde jeugdfoto
droeg ik de kniekousjes
die moeder breide
in een patroon met kabelrand,
de boordjes noemde ze
steevast een muizentand,
ik zie hoe na de laatste steek
de vrijgekomen naald
onder haar oksel klemde,
haar warme lippen telden.
Ontelbaar is het aantal
dat van haar pennen rolde,
de bossen garen die ze kocht,
het hele nageslacht droeg
pennenvruchten in de kleur
die mamma’s hadden uitgezocht.
Geen kousje zat zo lekker
als die oma had gebreid,
de foto in mijn handen
brengt moeder terug in tijd.
Coby Poelman - Duisterwinkel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten